Wet zorg en dwang: wat als een cliënt naar het verpleeghuis verhuist?
- 26 januari 2023
- Nieuwsbericht
- Wet- en regelgeving
- V&VN Algemeen

Wanneer kan een cliënt vrijwillig verhuizen naar een verpleeghuis en wanneer niet? En hoe zitten de procedures juridisch in elkaar? Sinds de invoering van de Wet zorg en dwang (Wzd) in 2020 krijgt V&VN regelmatig vragen – met name van dementieverpleegkundigen – over de verhuizing naar een verpleeghuis, instelling of een andere (kleinschalige) woonvorm. Om daarbij te helpen heeft V&VN samen met prof. mr. Kees Blankman, Alzheimer Nederland, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en woonzorgboerderij Reigershoeve een notitie geschreven met juridische informatie en praktische tips over hoe je als zorgprofessional cliënten en families kunt begeleiden en ondersteunen.
Als een cliënt niet meer thuis kan wonen, kan hij vrijwillig besluiten om te verhuizen. Maar als een cliënt niet (meer) begrijpt wat een verhuizing voor hem betekent én zich ook niet verzet tegen een verhuizing, moet een besluit tot opname en verblijf door het CIZ worden afgegeven. Voorafgaand aan zo’n besluit onderzoekt het CIZ of de opname noodzakelijk is aan de hand van informatie van de betrokken zorgprofessionals en de familie en een gesprek met de cliënt. Dit wordt ook de artikel 21-procedure genoemd. Als een cliënt zich verzet tegen verhuizing is een rechterlijke machtiging (RM) of – bij een noodsituatie – een Inbewaringstelling (IBS) nodig.
Wanneer is er sprake van een vrijwillige verhuizing? Kan een cliënt op basis van een artikel 21-besluit op een gesloten afdeling worden geplaatst? En is een artikel 21-besluit écht nodig om te kunnen verhuizen naar een verpleeghuis? In de notitie worden dit soort vragen beantwoord. Ook bevat het tips over hoe je als zorgprofessional cliënten en families bij het proces rondom de verhuizing en de opnameprocedure kunt begeleiden en ondersteunen. “Bereid het onderzoek en het gesprek goed voor met de cliënt en het CIZ”, benoemt Gerben Jansen, dementieverpleegkundige, één van de tips.
Jansen: “Zorg dat het gesprek plaatsvindt in een veilige en vertrouwde omgeving. Dat hoeft niet altijd thuis te zijn, maar kan ook bij de dagbesteding. Ook het moment van het gesprek kan belangrijk zijn, let daarop bij het inplannen. Bedenk manieren om tijdens het gesprek het ijs te breken, zoals het gebruik van foto’s van familie of een huisdier. Na het gesprek is het belangrijk om met de cliënt, zijn familie en de medewerker van het CIZ het gesprek te evalueren. Misschien komen jullie samen tot de conclusie om een tweede gesprek in te plannen, als het eerste gesprek niet goed is verlopen.”
Artikel 21-procedure kan simpeler
Afgelopen najaar verscheen het eindrapport van de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz (Wvggz). In dit rapport worden veel aanbevelingen gedaan om de wetten te verbeteren. De onderzoekers, die deze evaluatie uitvoerden, stellen ook voor om nog eens kritisch naar de artikel 21-procedure te kijken. V&VN vindt dat deze procedure versimpeld kan worden, mits de rechtsbescherming van de cliënt wordt behouden. Daarvoor moet je vertrouwen op het beoordelingsvermogen van de cliënt (indien mogelijk), zijn vertegenwoordigers en zorgprofessionals samen. Denk daarbij aan samen beslissen. In dat geval is er geen toets door het CIZ nodig.
Samen maken we de zorg beter. Word lid!
Wij zijn de verpleegkundigen, verzorgenden IG en verpleegkundig specialisten van Nederland. Verenigd in V&VN zetten we ons in voor (kennis)ontwikkeling en het versterken en positioneren van onze beroepen. Wil jij zeggenschap over jouw vak? Sluit je dan bij V&VN aan! Met ruim 100.000 leden vormen we één krachtige stem. Van de werkvloer tot in politiek Den Haag.
